Ons lichaam bestaat wel uit minimaal 500 spieren! Ze worden door ons zenuwstelsel aangestuurd om te kunnen bewegen door skeletspieren. Ook in onze organen bevinden zich spieren, maar dan met een ander soort spieren. We hebben 3 soorten spieren:
- Gladde spieren, deze bevinden zich in de wanden van spijsverteringskanaal, de luchtpijp, de blaas, baarmoeder en in de wanden van de bloedvaten. Ze zijn onwillekeurig (buiten onze wil). De contracties zijn traag, ritmisch en niet snel vermoeid.
- Hartspier, dit spierweefsel zien we alleen in het hart. Het is onwillekeurig (buiten onze wil) en heeft sterke en snelle contracties. Uiteraard is de hartspier goed voorzien van bloedvaten en niet snel vermoeid.
- Dwars gestreepte spieren, we noemen deze skeletspieren. Ze zijn willekeurig (onder invloed van onze wil) en hebben sterke en snelle contracties. Daardoor zijn ze snel vermoeid. De dwarsstreping is duidelijk onder de microscoop te zien.
In dit artikel geven we meer uitleg over de werking en opbouw van de skeletspieren. Laten we bij het begin beginnen: hoe is een spier opgebouwd?
De ene kant van een spier bestaat uit de origo, ook wel oorsprong genoemd. Deze zit aan een onbeweeglijk bot. De andere kant van de spier is de insertie oftewel aanhechting, omdat deze vast zit aan een beweeglijk bot. Dan hebben we ook nog de spierbuik, het deel dat zich kan verkorten.
In een bicep voorbeeld ziet dit er als volgt uit:
Laten we dieper ingaan op de spierbuik zelf: waaruit bestaat deze? De spierbuik is omvat met een omhulsel (1,2) en verzamelt alle spierbundels. Als we 1 bundel bekijken dan noemen we 3 de spierbundel en 4 is het omhulsel. In de volgende laag van de spierbundel ligt de spiervezel (5) met daaromheen wederom een omhulsel (6). Deze spiervezels bestaan uit myofibrillen (7). Tot nu toe is dit al een reeks aan lagen waaruit een spier bestaat.
Om de eerste lagen te benoemen, kijken we naar de échte werking van de spier: de sacromeren (8), actine(9) en myosine (10). Een sacromeer bestaat uit actine en myosine. Dit zijn draadachtige cellen, die als een harmonica in elkaar passen bij het aanspannen en ontspannen van de spierbuik. Zo werkt het: Myosine zijn dikke draden, welke óver de actine schuiven. Dit is mogelijk omdat de actine dunne draden zijn. Dit proces is de kleinste eenheid van een spiersamentrekking:
Tot zover de anatomie van de spierbuik. Omdat ons lichaam verschillende bewegingen maakt, zijn onze spieren hieraan aangepast. De biceps hebben een andere functie en vorm dan de ademhalingsspieren. Daarom worden de spieren onderverdeeld in bouw en vorm.
Afb.1
Afb.2
Afb.3
Afb.4
- Spoelvormige spieren, zoals de biceps, triceps en quadriceps. Deze kunnen bestaan uit 1, 2, 3 of 4 spierbuiken (afb.1).
- Gevederde spieren komen voor in de deltoïdeus, oftewel de schouderspieren (afb.2).
- De getande spier hecht zich aan de ribben en worden ook wel ademhalingsspieren genoemd.
- De meerbuikige spier verraad zijn naam al… de rechte buikspier. Merkwaardig aan deze spiervorm is, dat er meerdere spierbuiken tussen de origo en insertie zijn. Dus ook de grote borstspier heeft deze waaiervorm waarbij de insertie veel breder is dan de origo.
- De laatste spiervorm is de kringvormige spier, oftewel de sluitspier.
Daarmee sluiten we deze blog ook af. Bedankt voor het lezen!